Wij hebben als sprekers van onze moedertaal een feilloos gevoel voor wat grammaticaal is en wat niet. Toch merken we dat veel sprekers van ’t Nederlands fouten maken tegen bepaalde regels. Ze zeggen: hun hebben gelijk en hij is groter als zijn broer. Over deze taalfouten winden veel Nederlandssprekenden zich op. Maar zijn ’t eigenlijk wel taalfouten? Of denken we alleen maar dat ’t fout is omdat iemand ons heeft gezegd dat ’t fout is. Jan Stroop beweert dat iemand die zijn moedertaal spreekt, geen fouten maakt. Dat komt door ’t taalgevoel dat we tijdens onze kleutertijd verworven hebben en waardoor we zinnen kunnen maken en begrijpen. Over dat feilloze taalgevoel en over ’t verschil tussen wat zogenaamd “fout” en wat echt fout is, daarover gaat deze interactieve spreekbeurt.
Dr. Jan Stroop heeft gestudeerd aan de universiteit van Nijmegen. In 1977 werd Stroop hoofdmedewerker bij de afdeling Nederlandse Taalkunde van de Universiteit van Amsterdam.





